Yannick Lombart Ultracycling Adventures

Terug naar overzicht

Hardennes Gravel Tour '25

Hardennes Gravel Tour pt. 2: 275km vol krampen, pijn en frustratie!

Gepubliceerd op: 31 mei 2025

De voorbereiding voor de Hardennes Gravel Tour. Een droomscenario in mijn hoofd: topconditie, fiets die zoeft als een naaimachientje, en een mentale hardheid waar een Tibetaanse monnik jaloers op zou zijn. De realiteit? Zoals wel vaker, nét iets anders. Een drietal weken voor D-day besloot mijn lichaam dat het welletjes was geweest. Een energiedip van jewelste en pijn op plekken waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Gelukkig trok dat wat bij, en twee weekends voor de start kon ik zowaar nog wat Alpengevoel opdoen aan Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez. Drie stevige ritten op de MTB, goed voor de moraal en de hoogtemeters. Dacht ik. Want na de meest intense rit daar, besloot een hardnekkige keelpijn mijn metgezel te worden, tot de avond vóór de start. Diagnose: infectie. Plan B: rust, rust, en nog eens rust, in de hoop als een frisse hoen aan de start te verschijnen. Spoiler: Plan B was niet bepaald een succes.

avond voordien start

De Nacht Voor De Storm

Een gîte in Libin, op een kwartiertje van de start in Mirwart – perfect voor een koninklijke nachtrust. Dacht ik. Na de bikecheck, de immer verhelderende briefing en een gezellige BBQ, trok ik me rond 20u terug. Tijd voor de finale finesses: eten hamsteren alsof de apocalyps nabij was, drinkbussen vullen met een suikergehalte waar een colafabrikant van zou blozen, en de fiets nog eens een laatste aai over de bol geven. Slapen? Dat lukte pas rond 23u. Wekker om 6u, wakker om 5u. Ontbijten deed ik in de bnb – pistolets met ham en kaas gingen vlot binnen, en stiekem propte ik wat extra croissants en chocoladekoeken in mijn rugzak. Je weet maar nooit, en het plan was om die eerste dag zo min mogelijk te stoppen. Behalve dan voor een bidon-wissel, uiteraard.

De Grand Départ... Naar De Verkeerde Parkeerplaats (en een Zweetpartij Voor Niks)

Vorig jaar had ik door getreuzel bijna de start gemist en een volle koffie moeten laten staan. Dat trauma speelde nog, dus ik mikte op een kwartier op voorhand aanwezig zijn. Ik parkeerde mijn auto in het Domaine Provincial de Mirwart, om dan nog een half uurtje naar de start te fietsen. "Ik neem eens een andere route dan vorig jaar," dacht ik, slim als ik ben. Vorig jaar was het klimmen, maar over asfalt. Google Maps, mijn digitale kompaan, had echter andere plannen en stuurde me doodleuk het bos in. Ruwe gravel, steile hellingen. Gevolg: ik kwam al badend in het zweet aan, onder het goedkeurend oog (not!) van de andere, nog frisse deelnemers. De toon was gezet.

1 2 3

Amazonian Ardennes & Een Motor Die Weigert Aan Te Slaan

8u stipt. Startschot! Ik wurmde me naar voren, want die eerste offroad afdalingen, daar zou mijn MTB toch een klein voordeel moeten hebben. Dat lukte aardig, tot de eerste langere klim. Toen werd pijnlijk duidelijk dat een MTB dit jaar misschien toch niet de meest briljante ingeving was. Snel werd ook duidelijk: véél te veel laagjes kledij aan. Buff uit, ritsen open. Maar het zweet bleef gutsen. Het was een matige 18°C, maar met een luchtvochtigheid waar je U tegen zegt. Ik waande me in het Amazonewoud, en geloof me, ik heb géén idee hoe dat voelt, maar het klonk passend.

De eerste twee uur: nul honger, en water kreeg ik met moeite binnen. Die infectie speelde duidelijk nog op. Slecht nieuws, want mijn motor heeft constante brandstof nodig om niet in krampen te schieten. Ik dwong mezelf te drinken, en mijn twee bidons waren dan ook snel leeg. Een vriendelijke dame die haar dam aan het kuisen was, fungeerde als reddende engel en vulstation. Elektrolyten erbij, want de eerste krampjes kondigden zich al geniepig aan.

fiets

Déjà Vu, Maar Dan Andersom (en een Feestdag die Ik Verg(at))

De omstandigheden waren een pak beter dan vorig jaar. De paden lagen er droger bij, en het gevreesde stuk aan de Lesse – waar we vorig jaar tot aan onze knieën door het water moesten – was nu een brave, droge strook. Een meevaller! Ik herinnerde me een winkeltje van vorig jaar, rond 13u30. Dit jaar, met een sneller parcours, verwachtte ik daar rond 11u30-12u00 te zijn. De klok tikte: 11u, 11u30, 12u00, 12u30… Geen dorp, geen winkel. Twijfel. Paniek? Een beetje. Wat ik op dat moment vergat (maar wat achteraf pijnlijk logisch was): vorig jaar waren we een uur vroeger gestart! Om 12u55 arriveerde ik dan toch in Hamois. Bij het buurtwinkeltje zaten andere renners. "Ge hebt geluk!" riep iemand. Ik knikte en lachte onwetend. Aan de kassa begreep ik waarom: de winkel sloot om 13u. Feestdag, weet je wel. Typisch ik om dat niet te weten. Voorbereiding is alles, behalve bij mij blijkbaar.

Gelukkig kon ik nog wat levensnoodzakelijke voorraden inslaan (lees: drinken!). Mijn chocoladekoeken van 's ochtends, ondertussen getransformeerd tot een soort platgedrukte pannenkoek met choco, gingen snel naar binnen en hup, weer op pad.

De volgende 40km reed ik deels met een Duitse collega-lijder. Veel puf om sociaal te doen had ik niet, en op de hellingen moest ik hem laten gaan. Viel Glück noch! Eten bleef een ramp. Snelle suikers (Dextro, snoep) gingen er nog net in, maar de gedachte aan mijn zorgvuldig gesmeerde boterhammen met salami en choco bezorgde me acute braakneigingen.

Durbuy Express en de Krampenmars naar CP1

Rond 15u15: Durbuy. Vorig jaar nog een lange spaghettistop, dit jaar (feestdag, weet je wel) een snelle slalom tussen de toeristen door en zo snel mogelijk weer het bos in. 135km op de teller. Aywaille was de volgende mentale mijlpaal, want daarna begint het echte monster richting Signal de Botrange. Rond 18u30 in Aywaille – zomaar even 3u30 sneller dan vorig jaar! Een kleine opsteker, ware het niet dat de krampen ondertussen een stevig feestje bouwden in mijn kuiten, hamstrings én quadriceps. Een durum en wat cola moesten de motor weer aan de praat krijgen voor de laatste 70km naar CP1.

Dat was niet zo...

Wat een rotstuk is dat toch. De tijd kruipt, de kilometers lijken achteruit te gaan. Onderweg nog even gestopt om een mede-avonturier uit een ravijn te helpen (niks ergs gelukkig) en zijn band te lappen. Die kerel heeft de HGT trouwens nog uitgereden – respect! Ik klampte me vast aan de tijden van vorig jaar. Waar we toen om 00u30 Jasper achterlieten in Sart-Lez-Spa, arriveerde ik nu al om 21u45. Flessen vullen en dan: de finale helletocht naar Botrange. Drie uur later, om 00u45, reed ik CP1 binnen. Bijna vier uur sneller dan vorig jaar! Maar het gevoel? Honderd keer slechter.

Mijn benen waren kapot. Mijn knie (IT-band) zeurde al vier, vijf uur lang. Eerlijk? Ik was op dat moment al 85% zeker: dit wordt stoppen. Vorig jaar was ik ook moe, maar de benen waren nog top. Nu was ik leeg, en de angst om mijn lichaam onherstelbare schade toe te brengen, sloop binnen. Daar had ik écht geen zin in. Plan: drie uur slapen en dan de schade opmeten. Hoop doet leven, en misschien zouden die krampen en kniepijn als bij wonder verdwenen zijn.

De Korte Ochtendrit naar de Onvermijdelijke Beslissing

Als een blok viel ik in slaap. Om 6u 's ochtends weer op de fiets. Trui met lange mouwen uit, regenjasje aan (voor een kwartiertje maar, want het was alweer verrassend warm). Het eerste stuk richting Sankt-Vith is, excuseer mijn Frans, gewoon kut. Je denkt dat het zwaarste achter de rug is, maar dan merk je dat je na een uur amper 10 kilometer hebt afgelegd. Lange, steile klimmen en technische bospassages testen je mentale veerkracht tot het uiterste.

Rond 8u30 in Sankt-Vith viel het verdict: scratchen. De kniepijn werd ondraaglijk, en ik wist: dit eindigt met niet meer kunnen trappen. En eerlijk is eerlijk, zelfs zonder die rotknie weet ik niet of ik de finish gehaald zou hebben.

De Alternatieve Route naar Huis (en een Les in Openbaar Vervoer)

Na de leuke ontdekking dat Sankt-Vith blijkbaar geen treinstation heeft (weer zo'n voorbereidingsdingetje), fietste ik dan maar naar Vielsalm. Trein gepakt, en dan nog een laatste 25km fietsen naar het startdorp in Mirwart. Tracker ingeleverd, fiets een beetje opgekuist, en dan afgedropen…

klakke koffie

Op Naar De Volgende? Zeker! Maar Eerst Even Bekomen.

Dit was het hoofddoel van het jaar, en het voelt alsof mijn lichaam er vierkant "nee" tegen zei. Een flinke teleurstelling, dat zeker. Nu even rust, want half augustus wacht The Ardennes Monster (light versie: 500km, 8800hm, maar dan op de weg). Hopelijk dan met een beter gevoel, en een lichaam dat wél "ja" knikt tegen de uitdaging. Wordt vervolgd (hopelijk met een happy end)!