The Ardennes Monster (light) '25
Light-versie voor de één, toch zwaar genoeg voor de ander...
Gepubliceerd op: 13 augustus 2025
Op 13 augustus stond de laatste ultra van dit jaar op mijn programma (of toch niet 🤗😅), namelijk de light-versie van The Ardennes Monster. Het was de eerste keer dat ze deze 'kindvriendelijke' afstand aanboden (500 km, 8850 hoogtemeters, Everest), ideaal om alvast een voorproefje te krijgen van de volledige versie.
Pré Race
Vooraf moest ik een tijdslot reserveren om me aan te melden en de verplichte fietscheck te laten doen. Ik werd om 15.30 uur verwacht voor de check, maar was al om 15.15 uur klaar, wat me zeeën van tijd gaf om nog even te rusten voor de start. Een iets te diepe zee, en vooral een heel warme zee, want het was bloedheet die dag. In de ruimte waar we konden wachten, was het zeker 35 °C en daar heb ik het wel wat lastig mee. Ik moest al voldoende hydrateren in de rustfase om de krampen alvast voor te zijn.
C'est parti
We startten om 20.00 uur 's avonds, wat betekende dat het een uurtje later al begon te schemeren. De dagen worden in augustus immers alweer wat korter. Onder luide, epische muziek begon het deelnemersveld zich te verzamelen aan de start. In vergelijking met de 8 starters van mijn eerste ultra dit jaar (@classicsstory), was dit behoorlijk indrukwekkend. Ik schat dat we met meer dan 100 ultraracers waren, zowel voor de 1000 km als voor de 500 km.
De proloog
De eerste 40 kilometer werden we begeleid door motorrijders die auto's lieten wachten bij kruispunten, zodat we goed konden doorrijden. Het parcours was voor beide afstanden hetzelfde, tot aan de Muur van Hoei. Dit heuveltje had ik in april nog beklommen, en hij is er niet minder stijl op geworden. Bovenaan zag ik dat er nog een café open was. Ik kocht snel een cola om de eerste hellingen door te spoelen.
Waar je tijdens de eerste 40 kilometer nog het gevoel had om in groep te rijden, begon het deelnemersveld zich hier al goed op te splitsen. Ik was vaak haasje-over aan het spelen met dezelfde mensen. De zon was al onder, dus genieten van de natuur zat er niet meer in. Ik was wel blij dat de temperatuur iets gedaald was, maar de hitte bleef in mijn lijf hangen. Ik heb tijdens deze ultra echt non-stop gezweet, geen moment ben ik droog geweest. Sexy, zeg je? Jazeker!
Mensen die me kennen, weten dat ik niet vies ben van een krampje. Dat was dan ook mijn grootste vrees tijdens de race. Ik bleef constant drinken in de hoop dat dit voldoende zou zijn. Mijn eerste stop (we negeren de cola in Hoei even) was in Esneux. Ik wist dat daar een nightshop was op een honderdtal meter van het parcours. Ik kocht wat Zwan-worsten - die tot op heden nog steeds in mijn koelkast liggen - drie flesjes frisdrank en water om mijn flessen terug aan te vullen.
Nadat ik mijn flessen had gevuld, kwam er nog een deelnemer binnen. Hij vroeg me of La Redoute de eerstvolgende klepper was. "Je ne sais pas," antwoordde ik, waarna ik hem nariep dat hij verkeerd reed. "Je fais le 1000 km," zei hij. Ik zweeg verder en reed de andere kant op.
Epische La Redoute
Oké, La Redoute... Ook die heb ik in april al eens beklommen (de lange versie), en ik ben eerlijk: ik vind die niet tof. Zo, het is eruit. Deze keer was het wel leuker. De organisatie had overal kaarsjes langs de kant van de weg gezet en je werd vooruitgestuwd door supermotiverende muziek, Vangelis met Chariots of Fire als ik me niet vergis. Bovenaan stonden nog wat mensen lawaai te maken, ter aanmoediging wel te verstaan. Voilà, die hebben we dan ook weer gehad.
Ow shit!
Ik was goed aan het 'fuelen'. Ik had van die aardbeiensnoepjes van Cliffs en die gingen vlot binnen. Zo vlot dat mijn buik na een paar uur liet weten dat de darmen geleegd moesten worden. Dat is natuurlijk het nadeel van 's nachts rijden in combinatie met een strontvliegensvlug mond-darm signaal: weinig toiletten te vinden.
Eerst kwam ik nog weg met een scheetje hier en daar, maar midden in de nacht kreeg ik een waarschuwing met een kleine 'losse flodder'. Geen groot drama, maar de nood was hoog en een oplossing drong zich op. "Hmm, er brandt nog licht in het hotel, of is dat de reflectie van de straatlichten? Oké, aan de overkant van de brug zie ik struikgewas, daar kan ik zeker mijn ding doen."
Ik stak de brug over en parkeerde me aan de kant van de rivier. Hevige buikkrampen zorgden ervoor dat ik paniekerig de eerste de beste struik wilde aanvallen. Fuck, een auto! De koplampen verlichtten mijn gezicht. Als een betrapte inbreker lachte ik vriendelijk naar de bestuurder en deed ik alsof ik iets uit mijn frametas aan het halen was.
Na wat voelde als een uur, had de auto een parkeerplaats gevonden en kon ik mijn zoektocht voortzetten. Wat verderop zag ik nog meer struiken en bomen en ik ging recht op mijn doel af. "Shit, daar staat een man te roken! Het is twee uur 's nachts, in godsnaam!" Ik passeerde de man en knikte onwennig. De krampen waren verdwenen, dus besloot ik om het erop te wagen en gewoon door te fietsen in de hoop dat ik snel een betere plek zou vinden.
Een lange klim was het vervolg, en na een dik half uur begon ik aan de afdaling. Maar er daalden nog zaken... De buikkrampen waren terug. Net toen ik mijn zoektocht wilde staken en mezelf de vrije loop zou laten, hangend aan de eerstvolgende paal langs de kant, stond hij daar, verlicht door het maanlicht en geen seconde te vroeg: een Dixi. Zalig! Het volgende kwartier was puur genieten, des te meer omdat het een kraaknette Dixi was met vers wc-papier.
De wedergeboorte
Met een frisse geest en lege darmen zette ik mijn rit verder. De volgende uren waren wat vaag. Eerlijk gezegd herinner ik me niet zoveel meer van de race, deels door vermoeidheid, maar ook omdat ik twee nachten en slechts één dag gefietst heb. In Spa kwam ik twee deelnemers tegen die, hoe ironisch ook, op zoek waren naar water. De openbare waterbronnen waren niet te vertrouwen volgens een van hen. Gelukkig kwamen we aan het begin van de klim uit Spa een mobiele waterkraan tegen die was aangesloten op de waterleiding van de stad. We wisten dus zeker dat het drinkbaar was en vulden al onze bidons. De klim die volgde was zo'n zes kilometer lang en mijn twee 'drinking buddies' werden langzaam maar zeker stipjes aan de donkere horizon.
Het werd weer flou, totdat ik in Coo aankwam bij Le Coffee Ride. Hier kwam ik ook al langs tijdens mijn ultrarace van The Classics Story, ongeveer op hetzelfde tijdstip, maar nu was het zo'n 20 °C warmer. Ik wist welke heuvel me te wachten stond en keek er niet echt naar uit. De Thier de Coo is 2,5 km lang, met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,6% (valt mee toch?), maar de eerste anderhalve kilometer gaat het van 10% naar 16% en er lijkt geen einde aan te komen. Toen ik de top bereikte, kon ik beginnen aan de afdaling en de eerste borden van de bebouwde kom voorspelden niet veel goeds: "Stavelot". Fuck! De Stockeu komt eraan. Gewoon afdalen en dan rustig omhoogrijden, dacht ik. Maar de routebouwer vond het leuk om er nog een heuvel tussen te plannen, waardoor ik behoorlijk kapot aan deze kanjer van een heuvel moest beginnen. Ondertussen was het al ochtend en na een minuut of vijf fietsen op de Stockeu, passeerde ik de benen van Eddy Merckx. Het deed me niet beter fietsen, jammer...
Enkele wegenwerken later zette ik mijn weg voort richting Vielsalm. Een medekandidaat wenkte me bij een kerkhof om te zeggen dat ik er water kon tappen. Ik bedankte hem, vulde mijn flessen en zocht ook nog even naar een wc, maar die was er niet. Een paar honderd meter verder was er een tankstation waar ik zelf wat energie kon bijtanken, maar zoals je kunt lezen, begon de efficiëntie te lijden onder de vermoeidheid. De hersenen werken dan wat trager en beslissingen nemen wordt moeilijker.
Goeiemorgen morgen!
Rond 8.00 uur 's ochtends verliet ik Vielsalm en het moet tussen 10.00 en 11.00 uur geweest zijn toen ik aankwam op CP1 in La Roche-en-Ardenne. Net daarvoor moesten we de Col de Haussire op, een mooie, maar lastige klim. De checkpoint was bij La Panache, een fietshotel dat speciaal zijn deuren had geopend voor dit evenement en lekkere pasta aanbood. Ook goede WC's
Na een half uur pauze zette ik mijn weg verder. De volgende uren waren echt zwaar en mentaal kreeg ik het steeds moeilijker. Het was vooral de hitte die een zware tol eiste. Ik was al anderhalve dag constant aan het zweten en na 14.00 uur begon de zon echt door te breken. Ik stopte in Neufchâteau en Herbeumont voor wat refills en korte (bwa ja) sanitaire stops, maar besloot om in Bouillon wat langer te pauzeren. Ik at een panini en een klein stukje pizza, ging vlug nog eens naar het WC, vulde alles bij in de lokale nachtwinkel en genoot van een Mars Ice Cream als toetje.
Ik geef het op
Ik was ondertussen al 24 uur onderweg en had nog niet geslapen. Moe was ik niet echt, maar het werd allemaal wel lastig en de goesting was op bepaalde momenten ver te zoeken. In Gedinne was er een tweede (optionele) checkpoint. Na Bouillon had ik me voorgenomen om daar kort te stoppen, maar anderhalf uur later had ik mijn breekpunt bereikt. Ik had mijn besluit genomen: ik stop bij CP2, het is mooi geweest. Het feit dat ik mijn lichaam niet kon afkoelen en van kop tot teen kletsnat was, in combinatie met het slaaptekort en de constante stroom van hellingen, werd me te veel. Dat, plus het idee dat ik nog meer dan acht uur moest fietsen om de finish te halen, kreeg ik niet verkocht aan mezelf.
Ik nam mijn telefoon en belde mijn hulplijn. "Kunnen jullie me komen halen in Gedinne? Ik ben daar binnen 45 minuten. Als jullie nu vertrekken, kan ik daar wat slapen en rijden we samen naar huis." Het klonk goed in mijn hoofd, maar al snel waren er bedenkingen. De potentiële problemen werden groter dan mijn negatieve gedachten. Ze zouden pas om 23.30 uur in Gedinne zijn. Dan moesten we doorrijden naar Namen, omdat de auto van mijn ouders, die ik mocht lenen, daar nog stond. En dan nog naar Kortrijk, waardoor we pas om 4.00 uur 's nachts thuis zouden zijn.
Dat kon ik mijn lieve vrouw en al zeker mijn dochter van 12 niet aandoen. Ik bedankte hen dat ze dit al wilden doen, maar besloot mijn reis voort te zetten. Wel een uurtje pauzeren in Gedinne, misschien even de ogen sluiten en dan nogmaals de nacht doorrijden. Zo gezegd, zo gedaan. Ik sloot mijn ogen een half uurtje, ging nog een paar keer naar het toilet en zette mijn verstand op nul en blik op oneindig.
Ik geef niet op!
De hele nacht was een waas. Ik zag enkele vossen en reed bijna tegen een klein everzwijn. Dinant was belachelijk, of toch de muur. Ik raakte er niet meer op en deed het grootste deel te voet. Nadien waren er nog enkele zware klimmen, maar het einde kwam in zicht. De laatste 15 km waren langs het water en ik voelde de energie terugkomen in mijn benen. De zon was ook al op en een gevoel van trots overviel me. Net voor de finish moest ik nog even klimmen naar de Citadel van Namen en toen kwam ik aan waar ik vertrokken was.
Oef...
Ik nam een douche, ging nog eens naar de grote WC en sprong in mijn wagen richting Kortrijk. Moe, maar voldaan!